Politieagent bij en vooral ook na een ongeval met jong meisje

Wat maakt een politieagent mee als hij ter plaatse komt bij een ongeluk met een jong meisje?
Wat maakt een politieagent mee als hij ter plaatse komt bij een ongeluk met een jong meisje?
Foto: Eigen foto

Ik trek mijn motorpak aan, pak mijn jas, helm en een motor uit de garage. Vervolgens log ik mij in bij de meldkamer, zodat zij zien dat ik inzetbaar ben voor meldingen. Mijn late dienst als politieagent kan beginnen. Ik loop de agentenwacht in en pak een bak koffie. Voordat ik een slok heb kunnen nemen hoor ik ineens dat de meldkamer mij oproept. Een aanrijding met letsel.

Een automobilist heeft een jong meisje op haar fiets aangereden. Het is onbekend hoe het met het meisje gaat. De meldkamer blijft aan de lijn met een getuige en vraagt naar meer informatie. Ik pak mijn spullen bij elkaar en rijd met mijn motor weg vanaf het hoofdbureau. Ik hoor de centralist van de meldkamer zeggen dat ik toestemming heb. Dit betekent dat ik met blauw licht en sirene mag rijden. Aanrijdend naar het ongeval krijg ik niet echt de medewerking van het overige verkeer. Ik zie meerdere handbewegingen voorbij komen en mensen willen mij er niet tussen laten. Zij weten natuurlijk niet waarom ik zomaar door rood licht rijd en waar ik naar onderweg ben. Maar ik rijd toch niet voor niets met zwaailicht en sirene??!!

Jong meisje

De centralist bereidt mij vast voor op wat ik ter plaatse zal aantreffen en vertelt mij dat het er niet goed uit ziet. Ik hoor dat het een jong meisje betreft. Ik schrik en rijd met een gespannen gevoel naar de plek van het ongeval. Dan kom ik aan bij het ongeval. Ik zie iemand bij de verkeerslichten in de berm op de grond liggen. Ze is omringd door veel mensen. Een persoon rent in paniek naar mij toe, “Je moet haar helpen”, hoor ik hem zeggen. Ik zet mijn motor op de standaard en ren, nog met mijn helm op, naar het meisje. Al rennend zie ik een man op een bankje zitten. Deze man lijkt in shock. Ik vermoed dat dit de bestuurder is van de auto. Eerst naar het meisje..

Oversteken

Als ik bij haar kom, bedenk ik me dat ze waarschijnlijk net een jaar of 12 is. Ik hoor een jongen roepen dat ze bij elkaar in de klas zitten. Ze wilden oversteken maar ineens werd het meisje voor zijn ogen aangereden. Ik hoor de jongen roepen dat ze daarna niet meer heeft bewogen. Dan focus ik me op het meisje. Ze is niet aanspreekbaar. Overal ligt bloed en het meisje heeft veel verwondingen. Ik weet niet wat ik allemaal roep, maar ik probeer haar wakker te maken. Het lukt me niet. Wat nu? Ik kijk om me heen en zie dat er nog geen collega ter plaatse is. “Meldkamer! Waar blijft die ambulance?!”, roep ik door mijn portofoon.

Ondersteunen

Voor mijn gevoel gaan er minuten voorbij voordat de ambulance er is. Zij nemen het van mij over. Ik blijf bij ze om ze te ondersteunen waar mogelijk. De verpleegkundige gaat op haar knieën bij het hoofd van het meisje zitten en kijkt of haar pupillen reageren op lichtsignalen. Dan zie ik dat de verpleegkundige mij aankijkt. De wereld staat voor mijn gevoel even stil. Ik zie aan de blik in haar ogen dat het er niet goed uit ziet. De verpleegkundige vraagt aan mij waar het meisje woont. Ik zeg dat ik dit niet weet. Ik hoor de verpleegkundige zeggen dat haar ouders zo snel mogelijk moeten worden gebeld en en met spoed naar het ziekenhuis moeten komen. Het ziet er slecht uit. Ik geef dit door aan de meldkamer. Ik hoor de collega’s van de late dienst zeggen dat ze de ouders gaan ophalen en met spoed naar het ziekenhuis brengen.

Leeg gevoel

Dan zie ik dat mijn collega politieagenten, die inmiddels ter plaatse zijn gekomen, zich ontfermen over de bestuurder van de auto.
Samen met het personeel van de ambulancedienst zorg ik dat het meisje zo snel mogelijk in de ambulance ligt en klaar is voor vervoer naar het ziekenhuis. Als ze wegrijden voel ik me leeg. Ik bedenk me dat de kans groot is dat ze het niet redt. Waarom? Ze is nog zo jong! Na een paar uur is het onderzoek door de verkeersongevallen dienst afgerond en rijd ik met mijn motor naar het bureau. Daar doe ik mijn verhaal bij een collega van team collegiale ondersteuning.

Intersive Care

Dan besluit ik naar het ziekenhuis te gaan om te horen hoe het gaat met het meisje. Als ik het ziekenhuis binnenkom, word ik aangesproken door een man. Hij vraagt aan mij of ik bij het ongeluk van zijn dochter ben geweest. Ik beaam dit en hoor hem zeggen dat zijn dochter het niet gaat redden. Ze ligt op de IC. Vader vertelt mij dat ze moeten gaan nadenken over orgaandonatie. Ik schrik! Dan vraagt hij mij wat ik zou doen. Het is even stil. Ik weet even niet wat ik moet zeggen. Ik vertel hem dat hij dit samen met zijn vrouw moet bespreken en hun gevoel moeten volgen. Dan lopen we samen naar de familiekamer in het ziekenhuis.

Leeg gevoel

Als ik de kamer binnen loop, word ik door vader voorgesteld aan de familie van het meisje. Ik moet mijn tranen tegenhouden en voel dat ik het liefst weg wil rennen. Toch ga ik zitten en laat alles op me afkomen. Ik vertel de familie wat ik weet en wat er ongeveer is gebeurd. Na ongeveer een uur verlaat ik de kamer en loop ik met een leeg gevoel naar buiten. Voordat ik naar het bureau rijd blijf ik heel even op mijn motor zitten en heb ik tranen in mijn ogen. Een paar dagen later word ik gebeld door een collega. Ze is aan haar verwondingen overleden

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen