Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel heeft de aftrap gegeven van een reeks gesprekken over de verschillende wijzen waarop in Nederland gedemonstreerd wordt en de rol van de overheid daarbij.
Het eerste gesprek vond plaats met de Nationale Ombudsman, Reinier van Zutphen. Het kabinet heeft eerder aangegeven een scherper onderscheid te willen maken tussen vreedzaam demonstreren en orde verstorende acties. Het demonstratierecht is een grondrecht dat wordt gefaciliteerd en beschermd. Met het stelselmatig overtreden van de wet zien we wel dat het draagvlak voor het demonstratierecht onder druk komt te staan in de samenleving. Daarom gaan minister van Weel en ook de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de komende maanden het gesprek aan met maatschappelijke organisaties, actiegroepen, burgemeesters en andere gezagsdragers over de vraag wat de maatschappij wel en niet acceptabel vindt bij demonstreren. De input van deze gesprekken wordt, naast de uitkomsten van het in het regeerprogramma aangekondigde WODC-onderzoek over demonstratierecht, gebruikt bij het verder vormgeven van beleid.