Het aantal kinderen dat opgroeit in
armoede is voor het eerst sinds 2014 weer gedaald. Twee jaar geleden leefden 2100 kinderen in een huishouden met een inkomen beneden de armoedegrens. Over de hele linie stijgt juist het percentage minima in
Zwolle en ligt sinds 2015 met 11,8% boven het landelijk gemiddelde van 11.2% van alle huishoudens. Dit blijkt uit de Armoedemonitor 2018 van de gemeente Zwolle.
Ook het gebruik van speciale regelingen voor minima stijgt. Zo maken 3.800 huishoudens, van de 6.300 die ervoor in aanmerking komen, gebruik van de collectieve zorgverzekering via de gemeente. 2.500 huishoudens krijgen een individuele inkomenstoeslag, evenveel benutten het Participatiefonds en 2.200 huishoudens ontvangen bijzondere bijstand.
Kinderparticipatie
Ook de regelingen voor kinderparticipatie worden goed gebruikt: 680 kinderen maken gebruik van de scholierenregeling, 670 krijgen een activiteitenbijdrage en en voor 500 kinderen uit minimahuishoudens doen ouders een beroep het Jeugdfonds voor Sport en Cultuur. In 2011 moest nog 10,2 procent van de Zwolse huishoudens rondkomen van een inkomen op of beneden het sociaal minimum. Landelijk lag dat toen iets hoger, op 10,4%. Sinds 2015 zijn de rollen omgedraaid en 2018 ligt het percentage minima in Zwolle met 11,8% iets hoger dan het landelijke aandeel van 11,2%.
Oververtegenwoordiging
Oververtegenwoordigd zijn alleenstaanden en éénoudergezinnen, evenals migranten met een niet-westerse achtergrond. Van de Zwolse bijstandsgerechtigden behoort 77% tot de minima. Onder arbeidsongeschikten is dat 26%, onder ww’ers 19%, gepensioneerden 12% en zelfstandigen 10%. In de wijken
Diezerpoort (21%) en
Holtenbroek (20%) wonen relatief de meeste huishoudens op of onder de armoedegrens. Een debat over Zwolse armoedemaatregelen volgt in het voorjaar 2019, wanneer ook de minima-effectrapportage en de opbrengst van de stadsgesprekken over verdere versimpeling van armoede- en schuldregelingen beschikbaar zijn.