Voor COPD-patiënten kan het coronavirus een extra risico zijn. Om deze patiëntengroep beter te kunnen monitoren en angst en zorgen enigszins weg te nemen, heeft de afdeling Longgeneeskunde de telemonitoring uitgebreid en beschikbaar gesteld voor alle COPD-patiënten van Isala.
Verpleegkundig specialist Marleen Joxhorst: ‘Wij zijn hier een aantal jaar geleden mee gestart met als doel: snel contact als het even minder goed gaat, ziekenhuisopnames voorkomen en toewerken naar meer zelfregie voor de patiënten. Bijvoorbeeld met een longaanval-actieplan als de klachten verergeren. Tot nu toen maakten alleen de patiënten met een ernstiger COPD gebruik van de app, maar tijdens de coronacrisis willen wij de app breder inzetten.’
Vragenlijst
De app die bestaat uit een COPD vragenlijst, waar al een kleine honderd COPD-patiënten gebruik van maken, is vanwege de corona-crisis uitgebreid met een vraag over koorts. Daarnaast biedt Isala de app nu aan alle COPD-patiënten van Isala aan. Marleen: ‘Wij hebben iedereen per sms of email hierover geïnformeerd. Op de COPD vragenlijst staan al vragen over benauwdheid en hoesten, wat symptomen zijn van corona. De extra meting is het dagelijks invullen van de temperatuur. Vorige week hebben wij al meerdere patiënten gebeld die hadden aangegeven koorts te hebben. Wij proberen dan door het stellen van vragen uit te zoeken waarom iemand koorts heeft, zijn er longklachten, kunnen we adviseren pufjes op te hogen, moet er antibiotica of prednison worden gestart of is het verstandig om de huisarts te bellen. Als er geen overschrijding is van een meting of een hulpvraag? Dan is er geen contact. Door meer COPD-patiënten de app aan te bieden, hopen wij ook in deze tijd onze zorg te kunnen bieden aan deze kwetsbare groep. Wij merken dat patiënten angstig zijn en zorgen hebben en een aantal van die zorgen kunnen wij hopelijk op deze manier wegnemen.’’
Niet iedereen kan natuurlijk met een IPad overweg. Wat dan? ‘‘Daar zijn wij ons van bewust’’, zegt Marleen. ‘‘Patiënten kunnen natuurlijk altijd contact opnemen met onze polikliniek of de huisarts.’’
