Het initiatiefvoorstel om vaker de enkelband, elektronische detentie, als straf op te leggen wordt door de Raad voor de rechtspraak toegejuicht. Het gaat om slimmer straffen. De rechter kan kiezen om de enkelband op te leggen in plaats van een korte gevangenisstraf, taakstraf of boete.
Rechters krijgen de mogelijkheid om beter maatwerk te leveren en om kortdurende gevangenisstraffen terug te dringen. Van deze straffen is bekend dat ze beperkt bijdragen aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Tegelijkertijd kunnen celstraffen tot zes maanden wel veel zogenoemde detentieschade veroorzaken, bijvoorbeeld als veroordeelden daardoor hun werk en woning kwijtraken. Als de rechter meer strafsoorten heeft om uit te kiezen, kan beter rekening worden gehouden met deze negatieve effecten van kortdurende vrijheidsstraffen en kan het risico op recidive worden verlaagd. Ook kan door de introductie van elektronische detentie als hoofdstraf de druk op de schaarse capaciteit in de gevangenissen worden verminderd.
Alleen de rechter mag bepalen of een vrijheidsbenemende straf wordt opgelegd en hoelang die straf moet duren. Ook daarom onderschrijft de Raad voor de rechtspraak het voorstel om van elektronische detentie een hoofdstraf te maken. Zolang elektronische detentie geen hoofdstraf is maar een executievorm (een manier om een straf uit te voeren) zou de Dienst Justitiële Inrichtingen kunnen beslissen dat een veroordeelde zijn gevangenisstraf thuis mag uitzitten met een enkelband. Elektronische detentie is echter een wezenlijk andere en lichtere straf dan reguliere gevangenisstraf. Een strafsoort mag niet worden aangepast na een uitspraak van de rechter. Dit brengt de rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en scheiding der machten in het geding.
Wel plaatst de Raad voor de rechtspraak enkele kanttekeningen, onder meer bij de bepaling in het voorstel dat elektronische detentie niet gecombineerd kan worden met een andere vrijheidsstraf. Daar kan wel behoefte aan bestaan, stelt de Raad. Bijvoorbeeld als de rechter vanwege de ernst van het misdrijf een vrijheidsstraf wil opleggen, maar een enkelband voldoende vindt omdat de voorlopige hechtenis eerder is geschorst en de verdachte sindsdien positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Dan kan het voor de hand liggen om een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan het voorarrest en die te combineren met een elektronische detentie.
De Raad voor de rechtspraak is ook positief over het voorstel om de maximum duur van een taakstraf te verhogen van 240 naar 360 uur. Daarmee kan ook in zwaardere zaken een taakstraf opgelegd worden. De Raad noemt deze verhoging van het maximum in het advies een extra argument tegen het taakstrafverbod, een onderwerp waarover de Rechtspraak al vaker negatief adviseerde. Door het verbod ziet de rechter zich regelmatig genoodzaakt een gevangenisstraf op te leggen, terwijl hij een taakstraf passender vindt. De Raad adviseert daarom opnieuw het taakstrafverbod af te schaffen of het mogelijk te maken voor de rechter om hier (gemotiveerd) van af te wijken.