Nieuwe luchtruim-indeling: Defensie heeft meer ruimte om te werken aan gevechtsgereedheid

21 feb , 19:58 Oorlog en vrede
schermafbeelding 2025 02 21 195758
F-35-gevechtsvliegtuig | Ministerie van Defensie

Defensie heeft een groter aaneengesloten oefengebied nodig om te trainen met de F-35-gevechtsvliegtuigen. Zo versterkt de luchtmacht haar gevechtskracht en afschrikking en zorgt ervoor inzetgereed te zijn. Hiervoor is wel een slimmere en betere indeling van het luchtruim nodig. De plannen hiervoor stuurde het kabinet vandaag naar de Kamer.

De burgerluchtvaart is onderdeel van de luchtruimherziening. Civiele toestellen vliegen in de toekomst op bepaalde plekken kortere routes. De herindeling vermindert op termijn voor de burgerluchtvaart ook de uitstoot van schadelijke stoffen en geluid op de grond in de buurt van civiele luchthavens.

Op dit moment trainen gevechtsvliegtuigen in het zuiden, het oosten en het noorden van het land. Dit laatste aan zee grenzende deel wordt uitgebreid, zodat er meer ruimte is voor de toestellen. De gemiddelde vlieghoogte is ongeveer 6 kilometer tijdens oefeningen, waarvan zich meer dan 80% boven zee afspeelt. De gebieden in het zuiden en oosten zijn voor deze activiteiten te klein. Ze worden daarom opgeheven voor dagelijks gebruik.

Meer ruimte is nodig om te zorgen dat de krijgsmacht gevechtsgereed is. De urgentie is groot door de veranderde geopolitieke omstandigheden en verder verslechterde veiligheidssituatie. De nieuwe indeling van het luchtruim heeft nog een ander voordeel. De luchtmacht kan daardoor grensoverschrijdend samenwerken met buurlanden tijdens bijvoorbeeld grote NAVO-oefeningen.

Burgerluchtvaart

Gelijktijdig met de uitbreiding van het oefengebied wordt de inrichting van het civiele luchtruim gemoderniseerd. Voor de burgerluchtvaart is zo kort mogelijk vliegen het uitgangspunt. Doordat de militaire oefengebieden in het zuiden en oosten niet meer worden gebruikt, hoeft de burgerluchtvaart daar niet meer omheen te vliegen.

Met de nieuwe indeling kunnen vliegtuigen in de toekomst civiele luchthavens vanaf grotere hoogte naderen, en continu dalen in plaats van trapsgewijs. Dat leidt in de buurt van die luchthavens tot minder geluid op de grond en minder uitstoot van CO₂ en stikstof.

Planning

Uitvoer van de plannen voor de nieuwe luchtruim-indeling staat gepland in de periode 2028 en 2030. Tussen 2027 en 2035 worden stap voor stap de projecten in gang gezet om civiele vliegtuigen vanaf grotere hoogte continu te laten dalen. Om de luchtvaartsector daarin ervaring te laten opdoen, start er dit jaar een leertraject op een landingsbaan van Schiphol.

Complexe puzzel

Het herindelen van het Nederlandse luchtruim is complex. Wijzigingen zijn onderling sterk aan elkaar verbonden, want één verandering leidt vaak tot meer aanpassingen. Dat geldt ook in internationaal verband. De luchtruimstructuur van Nederland staat namelijk niet op zichzelf. Het is sterk verbonden met het luchtruim van aangrenzende landen. Daarnaast ook met het Europese en internationale civiele routenetwerk.

De plannen voor de nieuwe indeling zijn dan ook tot stand gekomen in nauwe samenwerking met Duitsland en de Europese Network Manager (Eurocontrol).