Defensie traint met Falkon Spring nachtelijke luchtlandingsoperaties in Noord-Nederland

Zo’n 1.500 Nederlandse land- en luchtmachtmilitairen trainen van 12 tot en met 23 mei het uitvoeren van luchtlandingsoperaties. Dat gebeurt met transport- en gevechtshelikopters van het Defensie Helikoptercommando en met toestellen van een Amerikaanse helikoptereenheid. De oefening heet Falcon Spring en speelt zich in en boven meerdere locaties in Noord-Nederland af. De troepen opereren vooral in de nacht.

Defensie bereidt zich voor op het kunnen verdedigen van het eigen grondgebied en dat van NAVO-bondgenoten. Een goed getrainde op haar taak berekende krijgsmacht is noodzakelijk gezien de verslechterende veiligheidssituatie.

Verhogen slagkracht

Tijdens Falcon Spring trainen militairen onder meer het opzetten van tijdelijke basiskampen. Die zijn belangrijk voor operaties in vijandelijk gebied. Locaties in Drachten, Havelte en Marnehuizen worden tijdens de oefening gebruikt als tijdelijke basis. Vanaf hier voeren helikopters en eenheden hun acties uit. Ook richten militairen tijdelijke bevoorradings- en brandstoflocaties in. Hier kunnen helikopters dicht bij de ‘frontlinie’ snel herladen en tanken. Dat verhoogt de slagkracht, want de toestellen zijn vrijwel direct weer inzetbaar voor ‘het gevecht’.

Gespecialiseerd in luchtlandingen zijn militairen van de luchtmobiele brigade. Zij worden dicht in de buurt van een belangrijk doel afgezet om dit in te nemen en te beveiligen. Denk aan een brug of een ander strategische object. Militairen leren tijdens Facon Spring in moeilijke situaties met de juiste tactieken hun doelen te bereiken. Tijdens de acties gebruiken ze oefenmunitie. Met deze zogenaamde ‘losse flodders’ wordt overlast voor omwonenden enigszins beperkt.

Verder trainen helikopterbemanningen in alle omstandigheden te kunnen opereren, ook bij duisternis. Tijdens Falcon Spring ligt de focus op operaties in het donker. Bemanningen maken gebruik van geavanceerde nachtkijkers.

Laagvliegen

Daarnaast wordt laagvliegen getraind. Als radars en raketsystemen tijdens een operatie een dreiging vormen is hoog vliegen geen optie. Helikopters moeten juist laag blijven om niet op te vallen. Bemanningen verschuilen zich dan bijvoorbeeld achter een bosperceel of heuvel. Zo kunnen zij ongezien hun opdracht uitvoeren terwijl ze buiten het radarbeeld van de tegenstander blijven. Zorgen voor deze manier van zelfbescherming en laagvliegen vraagt echter wel om specifieke training en het opdoen van ervaring. Alleen dan is het mogelijk in elke situatie en omgeving juist te handelen. Hiervoor wordt veel laag gevlogen, vaak bij duisternis. Helikopters kunnen in deze periode dus zichtbaar en hoorbaar zijn, ook 's nachts.

Schrijf je in voor de dagelijkse nieuwsbrief

's Morgens om 7.00 uur in je mailbox.

Abonneren