De strijd tegen onvrijwillige seks wordt uitgebreid. Door nieuwe strafbaarstelling voor seks tegen de wil en seksuele intimidatie kunnen slachtoffers van onvrijwillige seks gemakkelijker aangifte doen.
De #metoo-beweging heeft laten zien hoe ernstig seksueel overschrijdend gedrag is. Echter een strafrechtelijke bescherming schiet daarin te kort en daar komt verandering is. De lat ligt soms te hoog voor bewijs van dwang bij aanranding en verkrachting kunnen aangiftes niet altijd worden opgepakt, terwijl dat wel gewenst zou zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval als het slachtoffer uit angst ‘verstijft’ of ‘bevriest’ en zich daardoor niet kan uiten of verzetten, en er bovendien geen sprake is van geweld. De oplossing is door nieuwe seksuele misdrijven in de wet op te nemen waarin niet dwang maar seks tegen de wil het criterium is.
Seks is vrijwillig, dat is de norm. Straks is iemand strafbaar als hij of zij weet of op grond van de feiten en omstandigheden of behoort te weten dat de seksuele handelingen tegen de wil van de ander zijn. Als iemand duidelijk ‘nee’ zegt of sterke afhoudende gebaren maakt, weet je dat het tegen de wil is. Een ‘nee’ is een ‘nee’. Geen ‘nee’, betekent nog geen ‘ja’. Als de ander zich niet helder uitspreekt, moet je straks eerst onderzoeken of diegene wel seksueel contact wil. Dat is het geval als iemand uit angst ‘verstijft’. Of op enig moment stopt met meedoen. Een weifelende of wisselende houding is een signaal.
Voor twijfelgevallen geldt straks een onderzoeksplicht. Door bijvoorbeeld de ander op dat moment te vragen of die het contact wel prettig vindt en wil doorgaan, wordt duidelijk of iemand instemt. Als je je daar niets van aantrekt dan kan sprake zijn van strafbaar gedrag. Immers, je behoorde te weten dat het tegen de wil van de ander was. Zowel lichtere als ernstige categorieën van seksuele handelingen vallen onder de nieuwe strafbepalingen, bijvoorbeeld ongewilde aanraking van geslachtsdelen dan wel het binnendringen van het lichaam.
Ook wordt seksuele intimidatie strafbaar. Daarmee wordt een duidelijk signaal afgeven dat seksuele intimidatie van anderen in het openbaar niet acceptabel is. De afgelopen tijd is gebleken dat vooral vrouwen, maar ook mannen, zich onveilig kunnen voelen en soms niet ongehinderd zichzelf kunnen zijn als gevolg van seksueel intimiderend gedrag. Zo komt het voor dat vrouwen zich anders gaan kleden of bepaalde straten of wijken mijden. Het is niet normaal om vrouwen of mannen op straat te betasten om ze te vernederen of te kwetsen, bijvoorbeeld door in billen of borsten te knijpen of geslachtsdelen over de kleding heen aan te raken. Hetzelfde geldt voor het maken van publieke opmerkingen of gebaren die seksueel van aard zijn.
Ook online komt het ook regelmatig voor dat op publieke plaatsen, zoals social media of chatsites, seksueel getinte opmerkingen worden gemaakt. Die hebben vaak een grote impact op het gevoel van veiligheid of waardigheid van mensen. Ook wordt aangepakt. Want een van onwenselijke effecten is dat mensen zich dan vaak anders gaan gedragen. Bijvoorbeeld door bepaalde foto’s niet meer te delen via sociale media of hieraan helemaal niet meer actief deel te nemen. Ook kan het leiden tot psychische klachten.
De nieuwe voorstellen zijn in lijn met het Verdrag van Istanbul dat in 2016 voor Nederland in werking trad en dat bepaalt dat seksuele handelingen zonder wederzijds goedvinden een sanctie vereisen, net als elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek seksueel getint gedrag.