Criminelen hebben in de eerste vier maanden van 2022 veel meer in auto’s ingebroken dan in dezelfde periode een jaar eerder, zo laten politiecijfers zien. In 2021 maakten de vele coronamaatregelen het vermoedelijk moeilijk om uit of van auto’s gestolen waar te verhandelen, zoals koplampen en navigatiesystemen. Het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV) verwacht dat dit minder speelt in 2022.
In de eerste vier maanden van dit jaar registreerde de politie bijna 14.000 auto-inbraken, een toename van 41 procent vergeleken met dezelfde periode in 2021.
Criminelen doen volgens André Bouwman van het LIV graag zaken na zonsondergang en werden daarbij in 2021 in de weg gezeten door de avondklok. Ook de vele grenscontroles in Europa zaten de zwarte handel in de weg. “Als jij met een busje rondrijdt met veertig koplampen en de politie controleert je, dan heb je wat uit te leggen”, aldus Bouwman.
Bovendien waren mensen tijdens lockdowns minder onderweg, maakten ze dus minder schade en was er dus ook minder vraag naar gestolen auto-onderdelen. Dit jaar is het weer drukker op de weg en maakt de economie een inhaalslag, wat zich ook vertaalt in tekorten van materialen, ziet Bouwman. Daardoor is er ook weer meer vraag naar de gestolen spullen van autokrakers, vermoedt hij.
Voor de uitbraak van het coronavirus was ook een daling zichtbaar in het aantal autokraken. Bouwman ziet vooral dat steeds minder bij auto’s wordt ingebroken om waardevolle spullen te stelen, zoals een dure zonnebril. De daling is kleiner als het aankomt op auto-onderdelen. Zo zijn dit jaar veel kostbare motorkappen van Peugeots gestolen.