Twee weken geleden verhuisde Henk Mussche vanuit het ziekenhuis naar Hospice Zwolle. Een beslissing waar hij, zoals hij zelf zegt, alleen maar dankbaar voor is. “Er mankeert al een tijd van alles aan me, en inmiddels ben ik uitbehandeld. In het ziekenhuis konden ze niets meer voor me doen. Het dreigde erop uit te draaien dat ik – opnieuw – naar huis zou worden gestuurd. Maar thuis ging het gewoon echt niet meer.”
Het was zijn vriendin Ineke die aan de bel trok. “Sinds mijn lieve vrouw Joke elf jaar geleden overleed, is Ineke de meest waardevolle vrouw in mijn leven. Zij zei: ‘Henk, terug naar huis is geen optie meer. Er moet een betere oplossing zijn.’ En daar had ze helemaal gelijk in.”
Diezelfde middag nog kwam er een arts aan zijn bed. Ze hebben uren gepraat. De arts vertelde over Hospice Zwolle: een bijna-thuis-huis waar je met liefde wordt omringd. Waar mantelzorgers worden ontlast, vrijwilligers helpen met de dagelijkse zorg, maar waar je eigen huisarts en thuiszorg betrokken blijven. Dat klonk als muziek in Henks oren. De volgende dag werd Henk overgeplaatst naar Hospice Zwolle.
“Toen ik hier binnenkwam, wist ik niet wat me overkwam. Ik ben hier niet alleen, maar heb wel de privacy van mijn eigen, fijne kamer. En het zijn de kleine dingen die het verschil maken.”
Lachend vertelt hij: “Een van de eerste nachten kwam de nachtzuster rond middernacht bij mijn bed. Gewoon, even gezellig kletsen. Ze had een waterijsje voor me en vroeg of ik er ook nog een bitterbal bij wilde. En overdag word ik in de watten gelegd door de vrijwilligers. Ze doen alles met zoveel liefde en aandacht.”
Henk eet geen vast voedsel meer, dus pap is zijn dagelijkse kost. “Een vrijwilliger stelde voor om er advocaat doorheen te doen. En ach, dan kan er ook best wat slagroom bovenop. Dat was zó lekker! Niets is te gek.”
Toch blijft Henk nuchter en realistisch. “Ik ben positief ingesteld. Zoals Johan Cruijff zei: ‘Elk nadeel heb zijn voordeel’. Afhankelijk zijn is vreselijk, maar hier merk je: mensen willen je écht helpen. Daar word ik oprecht gelukkig van.”
“Het einde is onvermijdelijk, maar hier voelt het goed. Ik hoop nog wel een keertje te kunnen borrelen met mijn kleinkinderen en hun partner. En als het dan echt zover is? Dan hoop ik dat mijn nabestaanden mijn leven vieren, hiernaast bij restaurant Loetje. Dat wordt vast gezellig.”
Henk is geboren en getogen in Zwolle. Hij werkte 44 jaar bij het GAK (nu UWV), waar hij huisbezoeken aflegde, en sloot zijn loopbaan af met vijf jaar bij de Belastingdienst. Samen met zijn vrouw Joke kreeg hij twee kinderen en inmiddels is hij opa van drie kleinkinderen.
Hij stond jarenlang als leider op het veld bij CSV’28 en was in zijn vrije tijd graag te vinden op het terras van café ’t Beugeltje — met een boek en het zonnetje als gezelschap.
Zijn levensmotto?
“Geluk kun je maken, als je het maar wilt zien.”