Volgens het Openbaar Ministerie Oost-Nederland is de verdachte volledig toerekeningsvatbaar voor de poging moord die hem ten laste wordt gelegd: “Hij schroomt niet om over te gaan tot ernstig geweld om zijn gelijk te halen. In dit geval past daarom alleen een langdurige gevangenisstraf.” Dat stelt het OM over de dader van de schietpartij bij een Zwolse coffeeshop.
Op zaterdagavond 16 september vorig jaar vindt iets na tienen in de avond bij een coffeeshop in Zwolle een schietpartij plaats. Het slachtoffer, hij is een vaste klant van de zaak, staat samen met een medewerkster buiten een sigaret te roken wanneer een donker geklede persoon met capuchon over zijn hoofd een wapen op hem richt.
Eis: 11 jaar cel
De schutter holt, als de man het op een rennen zet, schietend achter zijn slachtoffer aan en weet hem drie keer in diens bovenlichaam te raken. Volgens het Openbaar Ministerie is een 40-jarige verdachte uit Dalfsen degene die probeerde de man om te brengen. Tegen hem is in de rechtbank in Zwolle een gevangenisstraf van 11 jaar geëist voor poging moord. “Wonder boven wonder zijn er die avond geen doden gevallen”, aldus de officier van justitie tijdens de motivering van die eis.
Het vermoeden is dat de aanslag op het leven van de man voortkomt uit een incident in het criminele circuit. Eerder die maand staan een aantal personen in Dalfsen voor de woning van verdachte, met als doel geld te incasseren wegens een misgelopen criminele deal. Dat zou gaan om 18.000 euro. “Daar ligt het motief voor de schietpartij. Verdachte wilde vergelding, nadat zijn slachtoffer bij hem voor de deur stond om geld te innen”, stelt de officier van justitie.
De angst regeert
Vlak voor de schietpartij is verdachte, zo is te zien op camerabeelden, heel kort in de coffeeshop zelf, vermoedelijk alleen om te controleren wie er allemaal binnen zijn. Zowel signalement als kleding komt overeen met de man uit Dalfsen. Vlak ná het schietincident wordt door meerdere personen direct de naam van verdachte genoemd, wat vervolgens later bij de politie weer niet gebeurt. Het OM: “De angst regeert. Getuigen laten niet het achterste van hun tong zien, omdat ze bang zijn voor vervolging of om zelf het nieuwe doelwit te worden.”
Een dag na de schietpartij meldt verdachte zich –de politie is dan al niet aflatend naar hem op zoek- op het bureau in Zwolle. Hij ontkent, zowel tijdens verhoren als ook vandaag op zitting, dat hij degene is geweest die de schoten heeft gelost. Het OM is er echter van overtuigd dat het wel om verdachte gaat.
Het slachtoffer, hij herkent naar eigen zeggen ook de verdachte als de schutter, verklaarde in eerste instantie wisselend tegenover de politie, beaamt het OM. Later gaf hij, zoals de man het zelf noemde, wél openheid van zaken: “Hij is naar eigen zeggen met een paar jongens naar Dalfsen is gegaan en heeft bij verdachte, de schutter dus, aan de deur gestaan. Dat wilde hij aanvankelijk niet tegen de politie vertellen, omdat dan zou uitkomen dat hij zich bezig hield met criminele activiteiten.”