De bevolking van
Nederland is in het eerste kwartaal van 2024 met 19,8 duizend inwoners gegroeid. Dat is 7,6 duizend minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Deze zomer wordt wellicht de 18 miljoenste inwoner van Nederland geteld.
Deze daling komt vooral doordat de immigratie lager was en de emigratie hoger. De aantallen geboorten en overledenen waren vergelijkbaar met een jaar eerder. Nederland telde aan het eind van het eerste kwartaal 17,97 miljoen inwoners. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers.
In het eerste kwartaal vestigden zich 74,8 duizend mensen in Nederland en vertrokken 47,7 duizend mensen naar het buitenland. Per saldo kwamen er 27,1 duizend mensen bij door buitenlandse migratie. Dat zijn er 8,0 duizend minder dan in het eerste kwartaal van vorig jaar. Dit komt doordat de immigratie met 5,7 duizend is afgenomen en de emigratie met 2,3 duizend is toegenomen.
Er werden 40,0 duizend kinderen geboren en er overleden 47,2 duizend mensen. De natuurlijke aanwas kwam daarmee uit op -7,2 duizend, dat is vergelijkbaar met vorig jaar. Zowel het aantal levendgeborenen (+ 1,0 duizend) als het aantal overledenen (+ 600) lagen iets hoger dan in dezelfde periode vorig jaar.
Vooral minder Europese migranten
Vooral het migratiesaldo (immigratie min emigratie) uit Europese landen was lager dan een jaar eerder. Dat komt deels doordat er minder vluchtelingen uit Oekraïne kwamen, maar ook van vrijwel alle andere Europese landen daalde het migratiesaldo. Er kwamen in het eerste kwartaal per saldo ook minder migranten van buiten Europa.
De meeste immigranten kwamen uit Europa, maar doordat ook het aantal Europese emigranten het grootst was, kwamen per saldo de meeste migranten uit Azië.
De landen waar in het eerste kwartaal van 2024 per saldo de meeste migranten vandaan kwamen zijn Syrië (5,7 duizend), Oekraïne (3,6 duizend), Turkije (2,3 duizend), Polen (1,0 duizend) en Roemenië (1,0 duizend).