Een oplettende buurtbewoner zag rook uit een ventilatiekanaal komen en waarschuwde de brandweer die uitrukte naar een pand aan de
Stationsweg in
Wezep. Van brand bleek echter geen sprake. In het pand treft de brandweer een drugslab aan. Het is volop in bedrijf. Twee verdachten worden ter plekke direct aangehouden. Een derde verdachte vlucht en wordt later gevonden. Het Openbaar Ministerie acht betrokkenheid van de drie bewezen.
De 35-jarige verdachte uit Rotterdam hoorde een celstraf van 30 maanden tegen zich eisen, plus een geldboete van vijfduizend euro. Tegen de andere twee verdachten, een 38-jarige uit Den Haag en een 33-jarige met onbekende woonplaats, eiste de officier 24 maanden celstraf waarvan 6 voorwaardelijk. Deze twee hoorden naast de celstraf, een geldboete van vijfentwintighonderd euro tegen zich eisen.
De officier van justitie: “Deze verdachten produceren harddrugs uit puur financieel gewin. Zij doen dit om er zelf rijk van te worden, maar anderen komen er ernstig door in de problemen.” De officier refereerde onder andere aan een verdubbeling van het aantal drugssterftegevallen tussen 2014 en 2020. “En daarbij zijn de drugslabs zelf ook levensgevaarlijk. Hoe vaak hebben we inmiddels niet ketels door de daken zien vliegen? Daders worden in comateuze toestand bij ziekenhuizen afgeleverd of dood teruggevonden. En dit drugslab is ook nog eens omringd door woonhuizen. Het gevaar voor onschuldige omwonenden is gigantisch”.
Leegstaand restaurant
In het leegstaande restaurant, dat met ketels, centrifuges, kuipen en jerrycans, overduidelijk was ingericht als drugslab, werd metamfetamine bewerkt en verwerkt. Behalve reeds geproduceerd eindproduct, stonden er ook genoeg grondstoffen en chemicaliën om een nieuw productieproces te starten. Twee verdachten beroepen zich in eerste instantie op hun zwijgrecht. De derde, de 38-jarige, huurder van het pand, verklaart zijn aanwezigheid door te zeggen dat hij er was om de bovenverdieping leeg te maken. Forensisch onderzoek naar DNA-sporen en informatie uit telefoons leverde echter voldoende wettig en overtuigend bewijs op om alle drie de verdachten aan het drugslab te linken. Ingepakte, volle bakjes afhaalgerechten doen bovendien vermoeden dat de drie verdachten net van plan waren om Chinees te gaan eten, midden in het drugslab, toen de brandweer hen stoorde.
Hoewel volgens de officier van justitie sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten, beschouwt zij de 35-jarige Rotterdammer als de coördinator. Hij blijkt al meerdere keren met justitie in aanraking te zijn geweest voor soortgelijke zaken en wordt ook vervolgd voor een groot drugslab in Midden-Nederland. Hij was onder voorwaarden op vrijevoeten. De andere twee verdachten hebben geen relevant strafblad. Dit zijn factoren waar de officier van justitie bij het bepalen van de strafmaat rekening mee houdt. Ook de proceshouding van een verdachte tijdens het onderzoek kan een rol spelen. Verder kijkt zij naar uitspraken van de
rechtbank in vergelijkbare zaken, waarbij overigens forse straffen werden opgelegd.