Het vergroten van het aantal locaties waar mag worden gebouwd is belangrijk om de betaalbaarheid van wonen structureel te verbeteren. Gemeenten zullen meer nieuwbouw toestaan als ze er financieel van profiteren.
Nu hebben gemeenten te weinig prikkels om in te stemmen met bouwplannen, omdat bestaande bewoners daar vaak niet op zitten te wachten en er geen financiële voordelen voor de gemeenten tegenover staan. Gemeenten hebben wel invloed op de kwaliteit van
woningen en op de plek waar ze worden gebouwd en stellen daar vaak hoge eisen aan. Zo komen er niet meer, maar vooral duurdere woningen. Dit staat in de zojuist verschenen publicatie ‘Het bouwproces van nieuwe woningen’ van het Centraal Planbureau (CPB).
Betaalbaarheid
Gemeenten die willen bijdragen aan de betaalbaarheid van woningen kunnen dat nu ook al. Zo kunnen zij flexibel zijn bij onderhandelingen over woningbouwprojecten en kunnen procedures en de bouwfase worden verkort. Ook provincies kunnen een rol spelen bij het betaalbaar maken van woningen. Zij schatten de vraag naar woningen nu regelmatig lager in dan gemeenten en marktpartijen, waardoor
woningbouw wordt afgeremd. En ten slotte zou het Rijk een grotere rol op zich kunnen nemen bij het creëren van voldoende locaties waar gebouwd kan worden en in zijn beleid (bijvoorbeeld rond hypotheekrenteaftrek en de rol van corporaties) rekening kunnen houden met de effecten daarvan op de woningbouw. Meer en sneller
bouwen gaat wel ten koste van de kwaliteit van de omgeving.