Huisartsen zien de laatste tijd een stuk meer mensen met geheugen- en concentratieproblemen dan eerder. Begin dit jaar lag het aantal huisartsbezoeken hiervoor 24 procent hoger dan in de eerste drie maanden van 2020. Mogelijk is de toename van dit soort problemen een langetermijneffect van de
coronapandemie, stellen gezondheidsinstanties als de
GGD’en, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en gezondheidsinstituut Nivel.
In bijna alle leeftijdsgroepen was een stijging te zien van dit soort problemen, behalve in de groep van jongeren tot 25 jaar. De toename was het sterkst onder 45- tot 74-jarigen. Mensen uit die groep gingen 40 procent meer naar de
huisarts met problemen op het gebied van geheugen en concentratie dan begin 2020. In absolute zin gaan 75-plussers het vaakst naar de huisarts met deze klachten. In die oudste groep was de stijging wel lager: 18 procent. Onder relatief jonge mensen van 25 tot 44 jaar bedroeg de toename 31 procent.
Hoewel de onderzoekers geen uitsluitsel kunnen geven over de toename, wijzen ze op twee mogelijkheden. De achteruitgang van het geheugen en de concentratie kan voor een deel komen door coronabesmettingen, die dit soort cognitieve problemen op langere termijn kunnen veroorzaken. Dat is ook al eerder duidelijk geworden uit diverse wetenschappelijke onderzoeken.
Daarnaast kunnen ook de coronamaatregelen die tijdens de
pandemie werden genomen van invloed zijn. Door de lockdowns raakten mensen een deel van hun structuur en sociale contacten tijdelijk kwijt. Daardoor gingen mensen met beginnende geheugenproblemen sneller achteruit dan voor de coronatijd, beschreven onderzoekers van Amsterdam UMC eerder.