Volgens fractievoorzitter Jesse Klaver van
GroenLinks staat bij de komende verkiezingen het klimaat centraal. De voorman van GroenLinks noemde het
CDA en de
VVD ‘krimpende partijen’ die lijden aan ‘het boze-burger-complex’. "Zij missen wat er echt aan de hand is. Zij missen wat er echt broeit in ons land.” Dat zei Klaver zaterdagmiddag op het verkiezingscongres van zijn partij in de IJsselhallen in Zwolle.
''Dertig jaar lang voerden wij het klimaatdebat. Nu gaan wij zorgen voor een keerpunt. Dit jaar zetten we voor de komende twintig jaar de lijnen uit voor eerlijk en effectief klimaatbeleid.” Een beleid dat niet zonder GroenLinks uitgezet kan worden, zei hij. "Mijn boodschap vandaag is hard en helder: klimaatbeleid moet eerlijk zijn. Grote bedrijven moeten belasting gaat betalen voor de uitstoot van CO2.” Een wet die dat gaat regelen, die komt er, zei Klaver.
Cruciaal
De coalitie verliest volgens Klaver haar meerderheid na de verkiezingen, en dat maakt de rol van zijn partij cruciaal. ,,Wij zijn niet afhankelijk van de coalitie, zij is afhankelijk van ons. Wij zijn er niet om de agenda van het kabinet uit te voeren, maar om klimaatverandering aan te pakken.” De CO2-belasting moet voorkomen dat de burger die belasting gaat betalen, zei hij. Ook sprak hij zich uit over een regionaal
politiek thema. De uitbreiding van vliegveld Lelystad – omstreden in de provincies Flevoland, Overijssel en Gelderland – gaat niet door, zei hij.
Paul Rosenmöller
Het congres wees ook een nieuwe partijvoorzitter aan, Katinka Eikelenboom. Zij volgt Marjolein Meijer op die moest aftreden omdat ze een liefdesrelatie had met Tweede Kamerlid Rik Grashoff en daarover loog. Het congres markeerde tevens de terugkeer na 16 jaar van de voormalige fractievoorzitter Paul Rosenmöller in een prominente rol. De lijsttrekker voor de Eerste Kamer wil de verdubbeling aan zetels zoals bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar herhalen. Rosenmöller: "Na 30 jaar zaaien zijn er voor het eerst op 20 maart klimaatverkiezingen en een politieke strijd om rechtvaardige verdeling van de kosten.”