Vanwege de hoge besmettingscijfers en de toenemende druk op de zorg door het
coronavirus is er geen ruimte om de basisscholen en kinderopvanginstellingen eerder te openen dan voorzien. De locaties blijven wel open voor noodopvang voor kinderen van een ouder met een cruciaal beroep en voor kwetsbare kinderen.
Dat heeft het kabinet vandaag besloten op advies van het Outbreak Management Team (OMT). De Tweede Kamer had gevraagd of het basisonderwijs en de
kinderopvang een week eerder fysiek open konden, maar daarvoor is geen ruimte. Het eerder genomen besluit blijft daarom staan: de scholen en kinderopvang blijven fysiek dicht tot en met ten minste 17 januari, behalve voor noodopvang. Scholen geven in de periode na de kerstvakantie afstandsonderwijs. Rond 12 januari vindt een heroverweging plaats van de geldende maatregelen, op basis van de situatie van dat moment.
Er is nog veel onbekend over de zogenoemde Britse variant van het coronavirus. Het OMT doet daar onderzoek naar en dat betrekt het kabinet bij de besluitvorming rond 12 januari. Ook adviseert het OMT om kinderen onder de 12 jaar te laten testen bij klachten. Daar maakt het kabinet volgende week meer over bekend. Daarnaast verkent het kabinet of aanvullende maatregelen in het onderwijs nodig zijn.
Minister
Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs): "Helaas hebben we vandaag moeten besluiten dat de basisscholen voor de meeste leerlingen dicht blijven. Ik had het graag anders gezien. Maar eerder openen gaat niet, omdat de zorg nog te zwaar wordt belast door het coronavirus." Staatssecretaris Bas van ’t Wout: "Helaas hebben we ook moeten besluiten dat de kinderopvang niet eerder open kan. Dat is erg jammer. In de eerste plaats voor de kinderen, maar ook voor alle thuiswerkende ouders. Voor ouders met cruciale beroepen en voor kwetsbare kinderen blijft de noodopvang open."