Cijfers CBS: mensen met lagere opleiding het laatst met pensioen

07 aug 2019, 9:44 Nieuws
schermafbeelding 2019 08 07 om 094236
Pixabay

Cijfers van het CBS wijzen dat dat de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers met een laag opleidingsniveau in 2018 lag op 65 jaar en 6 maanden. Daar en tegen gingen werknemers met een hoog opleidingsniveau gingen gemiddeld op een leeftijd van 64 jaar en 10 maanden met pensioen en middelbaar opgeleiden met 64 jaar en 11 maanden. Hoog opgeleide werknemers gingen dus gemiddeld 8 maanden jonger met pensioen dan laag opgeleide werknemers. Sinds 2011 gaan laag opgeleide werknemers op latere leeftijd met pensioen dan middelbaar en hoog opgeleide werknemers.

Uit de nieuwste cijfers blijkt ook dat de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers in 2018 verderis gestegen naar 65 jaar, dat is bijna 5 maanden hoger dan in 2017. Van het begin van deze eeuw tot en met 2006 lag de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers rond 61 jaar. Deze steeg vanaf 2007 onder invloed van regelgeving en wetswijzigingen om werknemers te stimuleren om langer door te werken. Het aandeel werknemers die voor hun 65e verjaardag met pensioen gaan is sindsdien sterk gedaald. Ook het feit dat de AOW-leeftijd vanaf 1 januari 2013 geleidelijk is verhoogd, speelt een rol. In 2018 krijgen personen vanaf 66 jaar een AOW-uitkering.

55 jaar en ouder

Het aantal mensen van 55 jaar of ouder met loon als voornaamste inkomensbron is tussen 2006 en 2018 bijna verdubbeld, mede door maatregelen om vervroegd pensioen te ontmoedigen, de hogere AOW-leeftijd, de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen en de vergrijzende bevolking. In 2018 waren er bijna vier keer zoveel werknemers van 60 tot 65 jaar als in 2006. Het aantal werknemers van 65 jaar of ouder nam sterk toe van 9 duizend in 2006 naar 81 duizend in 2018.

Met pensioen met 65

Het aandeel werknemers die voor hun 65e verjaardag met pensioen gingen, daalde van 88 procent in 2006 naar 34 procent in 2018. In 2006 was ruim een kwart 59 jaar of jonger, in 2018 was dat aandeel afgenomen tot minder dan 5 procent. Het aandeel werknemers die 65 jaar of ouder zijn op het moment van pensionering is toegenomen. Een ruime meerderheid (58 procent) van de werknemers die in 2018 met pensioen gingen was 65 of 66 jaar, terwijl dat in 2006 nog 10 procent was. Het aandeel 66-jarigen onder de werknemers die met pensioen gingen nam in 2018 toe tot 38 procent in verband met de verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar.