Het is een zorgelijke trend die de
ANWB in toenemende mate ziet:
kinderen kunnen niet
fietsen of fietsen bijzonder slecht. Op scholen maken leraren zich grote zorgen over deze stevige groei. De vraag is of er een generatie aan komt die helemaal niet meer fietst.
Celine Trekop, teammanager bij Streetwise van de ANWB, maakt het met de regelmaat mee dat kinderen de meest basale basisvaardigheden van fietsen niet beheersen. Te laat remmen, wankel fietsen of zelfs omvallen met fiets en al. Ze zegt: ‘Een paar maanden geleden waren we op een
school en kon de helft van de leerlingen van groep zeven niet fietsen.’
Steeds minder scholen doen mee aan de verkeersexamens. In de lessen worden kinderen de basis bijgebracht van het fietsen in het verkeer. Maar steeds vaker zegen docenten: “Onze kinderen kunnen niet fietsen of hebben geen fiets en daarom doen we niet mee aan het verkeersexamen.” Het gevolg is dat kinderen de fiets- en verkeersregels niet meer leren.
Opvallend is dat specifieke wijken zijn aan te wijzen waar minder gefietst wordt. Dit zijn enerzijds wijken met een lage sociaal-economische status. Waar het landelijk gemiddelde van basisschoolkinderen dat nooit naar school fietst op 33% ligt, ligt dat in deze wijken een stuk hoger: op 48%. Anderzijds zijn het vinexwijken waar kinderen weinig fietsen. Dat in 'achterstandswijken' minder wordt gefietst komt omdat kinderen wonen met ouders met een niet-westerse migratieachtergrond die zelf niet kunnen fietsen en geen fietscultuur aan hun kinderen meegeven. Ook heeft 12% van de kinderen in deze wijken geen fiets. Verder kiezen ouders hier graag een school zo dicht mogelijk bij huis, waardoor de kinderen lopend naar school gaan.
Wat volgens alle fietsexperts niet vergeten mag worden is de rol van de ouder. Zij moeten hun kinderen stimuleren vaker lopend of fietsend naar school te gaan. En als ze zelf ook wat vaker op de pedalen staan, zou dat helemaal fantastisch zijn.
In meer welgestelde wijken wonen de kinderen verder van school en worden ze veelal met de auto gebracht, vooral bij slecht weer. Door al die drukte en openvliegende portieren rondom scholen wordt het daar een stuk onveiliger. Dat is dan ook een andere oorzaak van het afnemen van het aantal jonge fietsers: ouders vinden de verkeerssituatie onveilig en brengen hun kind liever – paradoxaal genoeg – met de auto.
Problemen in de brugklas
Ook opvallend: ouders van 4 tot en met 11 jaar maken graag gebruik van de bakfiets: drie keer zoveel als bij ouders met oudere kinderen (onderzoek ANWB 2021). Journalist Martine de Vente: '‘Ik zag 11-jarigen bij school afgeleverd worden met de bakfiets. Dan keek ik of er iets met het kind aan de hand was, of het misschien niet kon lopen ofzo. Maar nee, het was gewoon makkelijker en veiliger, hoorde ik dan.’'
Adviseur duurzame mobiliteit Hugo van der Steenhoven zegt: '‘Kunnen fietsen is goed en gezond, maar nog belangrijker vind ik dat kinderen zelfstandig mobiel zijn als ze wat ouder zijn. Dan komen ze hun wijk uit, kunnen zelf naar vriendjes, naar de bibliotheek of naar een sportclub. Kinderen uit groep acht die amper fietsen hebben echt een probleem als ze straks naar de
middelbare school gaan. Vaak moeten kinderen dan ineens zelfstandig langere afstanden fietsen. Zonder fietservaring wordt dat heel moeizaam.’'
Kinderfietsplan
Hoe krijg je kinderen weer op de fiets? Ten eerste moeten kinderen een fiets hebben. De ANWB roept daarom met het
Kinderfietsenplan mensen op om ongebruikte fietsen in te leveren zodat deze na een opknapbeurt naar kinderen zonder fiets kunnen. Ook moeten kinderen veel meters maken om echt goed te leren fietsen. Met Streetwise geeft de ANWB al 15 jaar verkeerslessen aan kinderen.
Bron: ANWB