De horecaondernemers hoeven dit jaar geen terrasbelasting te betalen. Deze zogenaamde precarioheffing wordt kwijtgescholden om de ondernemers een zetje in de rug te geven vanwege de coronacrisis. Dit scheelt zo’n drie ton in de gemeentekas. Er was al uitstel tot september, maar nu is deze belasting helemaal van de baan.
Vanaf het begin van lockdown, van 15 maart tot en met 1 juni hebben de terrassen volledig stilgelegen. Doordat de horeca een flink deel van de omzet is misgelopen, en dit nauwelijks is in te halen vanwege alle beperkingen, lijden de ondernemers veel financiële schade en mist men voldoende armslag. Dreigende faillissementen en leegstand zouden vastgoedbedrijven en leveranciers in zwaar weer kunnen brengen. De stijging van WW-aanvragen is in de horeca het sterkst van alle sectoren. Ook komt het winkelen in de binnenstad zonder horeca maar moeizaam van de grond. Horeca en cultuur blijken steeds belangrijker motieven voor een bezoek aan de Hanzestad. Tot slot maakt geldnood ondernemers kwetsbaar voor louche types, die in zulke omstandigheden kansen zien voor ondermijnende activiteiten.
Door volledige kwijtschelding van terrasbelasting biedt de gemeente de horeca extra armslag. En door de verwevenheid met andere sectoren, kan de gunstige uitwerking een multiplier-effect
hebben op de binnenstadseconomie van Zwolle. De kostenpost van drie ton komt uit de reserves van de gemeente. Voor de eveneens belangrijke en getroffen cultuursector worden nog aanvullende maatregelen uitgewerkt. Daarvoor wil B&W eerst afwachten met welke aanvullende steunmaatregelen het kabinet komt.
