Hugo de Jonge op bezoek in het Knarrenhof

apr 04 2019, 8:21 Nieuws
schermafbeelding 2019 04 04 om 081041
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Hugo de Jonge bracht een bezoek aan het Knarrenhof. Een klein buurtje van 48 koop- en socialehuurwoningen.
De twee hofjes die door de woningen gevormd worden bieden een thuis aan ouderen die zelfstandig willen wonen, maar wel op zoek zijn naar contact met buren, en ondersteuning of zorg als dat nodig is. Met het programma Langer Thuis is het de bedoeling meer van dit soort kleinschalige vormen van wonen en zorg, tussen thuis en het verpleeghuis in, stimuleren. Met de banken heeft De Jonge daarom een overeenkomst getekend die financiering van dergelijke projecten makkelijker maakt. Zo komen initiatieven van bewoners en sociale ondernemers makkelijker van de grond en kunnen deze woonzorgvormen voor iedereen beschikbaar worden, ongeacht de grootte van je portemonnee.

#langerthuis

Maar naast geld zijn er simpelweg ook fysieke plekken nodig waar deze initiatieven ontwikkeld kunnen worden. Want de vraag naar deze vormen van wonen en zorg zal door de vergrijzing toenemen. Gemeenten moeten anticiperen op die toekomst en meer grond hiervoor beschikbaar stellen. Niet alleen om in deze groeiende behoefte te voorzien, maar ook omdat het een wezenlijke bijdrage levert aan de toekomst van de zorg in Nederland, waarin de vraag naar zorg toeneemt en de arbeidsmarkt krimpt.

Woonvormen

De Jonge is ervan overtuigd dat de afspraken die met de banken gemaakt zijn van groot belang zijn voor de ontwikkeling van woonvormen zoals de Knarrenhof, maar benadrukte in Zwolle dat de financiering niet het enige is dat de ontwikkeling in de weg staat. Naast geld is er ook fysiek de ruimte nodig waar deze initiatieven ontwikkeld kunnen worden.
De minister roept daarom gemeenten op om grond hiervoor beschikbaar te stellen: “Dat is hard nodig, want de vraag naar deze woonvormen zal als gevolg van de vergrijzing alleen maar toenemen. Gemeenten en provincies moeten anticiperen op die toekomst. Niet alleen vanwege hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om in deze groeiende behoefte te voorzien, maar ook omdat het een wezenlijke bijdrage levert aan de toekomst van de zorg in Nederland, waarin de vraag naar zorg toeneemt en de arbeidsmarkt krimpt.”