De limonadewesp wordt het vaakst in Nederland gezien. Daarna zijn het de zweefvliegen, honingbij, de Franse veldwesp en de hoornaar. Dat er veel waarnemingen zijn van wespen betekent niet dat het goed gaat met de wesp in Nederland.
De verschillen zijn nogal groot. Tijdens de telling werden er 6854 limonadewespen geteld, dat is twee keer meer dan de zweefvliegen, die kwam tot 3346 tellingen.
In feite bestaat de limonadewep uit twee soorten die nauwelijks van elkaar te zijn onderscheiden. Het gaat om de gewone wesp en de Duitse wesp. De Franse veldwesp is de tweede wespensoort en werd vierde in de telling, voor de Europese hoornaar. De Aziatische hoornaar komt veel minder voor in Nederland.
Honingbij van positie 1 naar 3
In de voorgaande jaren haalde de honingbij de nummer 1-positie in de nationale wespentelling. Sjoeert Fleurke, voorzitter van de wespenstichting zegt hierover: Hte lijkt dat de mensen anders zijn gaan tellen, misschien wel gerichter. Juist omdat het slecht lijkt te gaan met de wespen is de focus meer geweest op wespen waarbij de honingbij en zweefvliegen onopgemerkt zijn gebleven, of simpelweg niet geteld omdat mensen weten dat het geen wespen zijn.
Een belangrijk doel van deze jaarlijkse wespentelling is om een beeld te krijgen hoe het met de wespen in Nederland gaat. Fleurke: ''We kunnen nog geen conclusies geven. Het is pas de derde telling op rij en dit jaar zijn er vier keer meer tellingen dan voorgaande jaren. Wellicht dat volgend jaar voorzichtig conclusies zijn te trekken. Een echt goed beeld vormt een langjarige telling en zover zijn we nog niet.''
Fleurke is blij met de toename van het aantal tellers dat actief is. ''We krijgen een realistischer beeld van de stand van de wespensoorten in Nederland. Wel is het zo dat we opvallend veel berichten krijgen van mensen die melden dat ze zo weinig wespen zien. Wellicht heeft een deel van deze mensen ook meegedaan aan de telling. ''