Na het bakken van oliebollen tijdens Oud en Nieuw, verdwijnt bij bijna vier op de tien Nederlanders het gebruikte frituurvet nog in de gootsteen of wc. Dat blijkt uit publieksonderzoek van de waterschappen.
Oliebollenvet veroorzaakt grote problemen in leidingen en bij rioolwaterzuiveringen. De zuivering en afvoer van dit vet kost de waterschappen jaarlijks enkele miljoenen euro’s. De waterschappen roepen daarom op het gebruikte frituurvet in te leveren bij de plaatselijke
recyclepunten. Dat gaat heel eenvoudig zoals je
hier kunt lezen.
Stollen en aan de leidingen plakken
Wanneer frituurvet door de gootsteen wordt gespoeld, gaat het vet stollen en aan de binnenkant van leidingen zitten. Dit kan zorgen voor verstoppingen bij mensen thuis en op rioolwaterzuiveringen. Bij een verstopping thuis moet al snel een loodgieter gebeld worden. Waterschappen moeten vaak speciale bedrijven inhuren die het vet verwijderen uit de persleidingen en gemalen.
Kosten naar de inwoner
De zuivering en afvoer van oliebollenvet kost de waterschappen jaarlijks enkele miljoenen euro’s. De getallen verschillen per regio, maar een waterschap kan hier jaarlijks wel 2 ton aan kwijt zijn. Deze kosten worden via de waterschapsbelasting uiteindelijk door inwoners betaald.
Frituurvet recyclen
Uit onderzoek van de waterschappen blijkt dat 1 op de 5 Nederlanders meer zou willen bijdragen aan schoon water. Een goed voornemen voor het nieuwe jaar zou kunnen zijn om gebruikt frituurvet in een (oude) verpakking in te leveren bij de
hiervoor bestemde recyclepunten . Zo worden niet alleen verstoppingen op de rioolwaterzuiveringen voorkomen, ook kan van gebruikt frituurvet biobrandstof gemaakt worden, een vorm van groene energie.