Starters op de woningmarkt krijgen steeds vaker geld van hun ouders om de aankoop van hun huis te financieren. Dit blijkt volgens ING uit recente onderzoekscijfers. Deskundigen van de bank waarschuwen vrijdag in een eigen analyse dat die schenkingen de huizenprijzen opdrijven.
Van de starters in 2024 kreeg circa een derde een schenking van ouders of schoonouders voor het kopen van een huis, staat bijvoorbeeld in een eerder deze maand verschenen studie voor de Rijksoverheid. In 2021 was dit nog minder dan een kwart.
Starters brengen ook steeds meer eigen geld in, baseert de bank op eerdere schattingen van makelaarsorganisatie NVM. Gemiddeld brachten starters vorig jaar zo'n 45.000 euro eigen geld in, tegen 35.000 euro in 2020.
Door de hogere schenkingen kunnen sommige huishoudens meer bieden en dat drijft de huizenprijzen op, stellen de kenners van ING. Ook andere woningkopers, die geen schenking krijgen, moeten hierdoor meer geld bieden om kans te maken op een huis.
Alleenstaande starter met een modaal inkomen moet gemiddeld €29.984 sparen voor huis van 80m2 in Overijssel. Wie in Zwolle een paleisje wil kopen moet maar liefst 80.000 euro aan eigen geld meebrengen. Een klein huisje van zo'n 40m2 is nog wel te doen. Wie ruimer wil wonen moet heel fors in de buidel tasten. Wie nog groter wil wonen dan 80m2 moet een slordige duizend euro per vierkante meter uit eigen middelen financieren en bijna anderhalve ton voor woonruimte van 100m2.