Persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen bestaat uit alle inkomensbestanddelen, zoals inkomen uit arbeid, onderneming of uitkering die eenduidig aan individuen kunnen worden toegeschreven. Het doorsnee of mediane inkomen is het middelste inkomen als alle inkomens van laag naar hoog zijn gesorteerd. De helft van de inkomens is dus kleiner, de andere helft groter.
Inkomen piekt bij doorwerkende AOW-gerechtigden en veertigers
Het doorsnee persoonlijk inkomen van werkenden kent naar leeftijd een specifiek verloop. De piek ligt bij diegenen die net de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Zij ontvangen naast inkomen uit werk ook AOW en pensioen. Het is echter maar een kleine groep die blijft doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Als de pensioenpiek buiten beschouwing blijft, geldt dat werkenden rond hun veertigste levensjaar veelal hun maximale inkomen hebben bereikt. Voor werknemers blijft dit inkomen daarna nagenoeg gelijk tot de AOW-gerechtigde leeftijd.
Inkomenskloof mannen en vrouwen
Werkende mannen hebben een hoger doorsnee inkomen dan werkende vrouwen: 42,3 duizend tegen 27,1 duizend euro. Tot de leeftijd van 25 jaar is er weinig verschil in het persoonlijk inkomen tussen mannen en vrouwen, daarna neemt het inkomensverschil tot aan het 46ste levensjaar alsmaar toe. Pas na het 68ste jaar wordt het onderscheid weer kleiner. Het verschil in inkomen tussen man en vrouw is vooral te verklaren doordat vrouwen vaker in deeltijd werken.
Hoogste inkomens in Rozendaal en Bloemendaal
Het mediane persoonlijke inkomen van werkenden was in 2017 met 50,1 duizend euro het hoogst in Rozendaal, gevolgd door Bloemendaal (48,4 duizend euro). Het laagst was het inkomen in de waddengemeenten Schiermonnikoog, Vlieland en Ameland, circa 28 duizend euro. De hoogste inkomens van werkenden zijn vooral geconcentreerd in de gemeenten in het midden en westen van het land in de provincies Utrecht en Noord- en Zuid-Holland. Daarnaast zijn er concentraties hogere inkomens te zien rond Eindhoven, Groningen en Maastricht.